De eerste klassieke versie van de SLS ging van start op initiatief van Harold Edinga. Hij reed rally’s in een prewar auto, zelfs helemaal naar Rusland. Zag het ontstaan van klassieke rally’s zoals Luik-Rome-Luik, de Monte Carlo Historique en ook de Tulpenrallye werd een klassiek evenement.
Als Edinga ergens zijn tanden in zet, dan komt dat van de grond. Hij zag dat de SLS nog ontbrak in het lijstje klassieke rally’s die al wel georganiseerd werden. “Daarom heb ik de naam Classic SLS alvast gedeponeerd, zodat niemand anders daarmee aan de haal kon gaan.”
“Ik ben een aantal rally’s afgelopen en kwam in contact met Etiënne Carlens, toen de inrichter van de Belgium Historic Rally. Vanaf dat moment mijn grote steun en toeverlaat. Niet alleen regelde hij alle vergunningen, ook richtten zijn mensen de klassementsproeven in België in. Ook sprak ik met rijders met de vraag: wat willen jullie? Op basis van die gesprekken heb ik een draaiboek geschreven. Het doel was kleinschalig te beginnen met een evenement dat toegankelijk was voor iedereen en een kweekvijver kon worden voor het ‘grote werk’. Meedoen was belangrijker dan winnen.
Dat speelde echt een grote rol. De andere klassieke rally’s waren vooral weggelegd voor mensen met ervaring en geld. Fabrieksteams reden met geprepareerde auto’s en technische ondersteuning. In het eerste jaar hadden we 78 deelnemers, die een inschrijfgeld betaalden van fl 775,-.”
“Toen de rally bijna op poten stond, heb ik contact opgenomen met Maus Gatsonides. Ik had, nota bene op een rommelmarkt, een schitterende trofee gevonden en heb die helemaal gerestaureerd. Ik wilde hem een aansprekende naam geven, dus dat werd de Gatso-beker (officieel: Maus Gatsonidestrofee). De winnaar van de Sportklasse, en dus de Algemeen Winnaar, kwam een jaar in het bezit van dit kleinood.
“Na afloop werd ik gefeliciteerd door een wat oudere man. Dat bleek de eerste inrichter van de SLS in 1952, Peter van der Wansum! Die regelde dat BMW vanaf het volgende jaar hoofdsponsor werd.”
“Een broodje en wat te drinken uit het vuistje.”
“Zo’n rally organiseren is een enorme logistieke operatie. De grote hoeveelheid mensen, die om de klassementsproeven (vrijwillig) te begeleiden moesten natuurlijk allemaal op het juiste moment op de juiste plaats zijn. De proeven werden uitgezet en weer opgeruimd. Fred Spaay regelde al de overnachtingen en het eten voor iedereen, een broodje en wat te drinken uit het vuistje. Soms gewoon klaargemaakt door Tjen Carlens!
We timmerden zelf het start- en finishpodium, waar de auto op kon rijden, in elkaar. Dat ging de hele weg mee en werd na een overnachting opnieuw gebruikt. Vier pilaren met alle sponsoren erop.”
Al snel bleek de organisatie de spijker op de kop geslagen te hebben, maar het was duidelijk dat er veel geld nodig was. In 1997 was het spannend of de SLS door kon gaan. Kennelijk was het evenement zo succesvol, dan wel de organisatie zo charmant dat een sponsor ‘gewoon’ fl. 50.000 kwam aanbieden ter ondersteuning van het evenement, zonder een tegenprestatie te verwachten.
“De SLS Classic was aanvankelijk een non-stop rally van zo’n 30 uur. Maar na twee jaar concludeerden we dat de vermoeidheid bij rijder en navigator een toch wel erg grote rol ging spelen, vooral met het oog op de veiligheid. Vanaf de editie van 1995 hebben we een overnachting ingelast. Puur als extra rusttijd! Want de gezelligheid zoals nu speelde toen nog niet zo’n rol.”
In de beginjaren was de SLS ook op de televisie te zien, onder meer in het programma de Heilige Koe van Bob de Jong. Edinga: “We kochten daar gewoon zendtijd in, mede om te zorgen dat onze sponsoren goed in beeld kwamen.”
“In ’98 bereikten we een topjaar met 210 deelnemers. Let wel, er waren ook meer dan 200 vrijwilligers bij de rally betrokken! Het jaar erop heb ik het stokje doorgegeven aan Jan Berkhof.”